Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

linksvoetige

betekenis & definitie

voetballer die met links speelt.

voetballer of voetbalster die van nature met de linkervoet speelt, die linksvoetig is; linksbenige voetballer of voetbalster.

Voorbeelden:
"Na de rust speelden we met Spehar achter twee spitsen, precies de opstelling waarmee we tegen Lierse zakten voor de beker. Renier op links waardoor Staelens uit het middenveld werd gehaald om voorstopper te spelen? Ik had geen andere keuze. Renier was de enige linksvoetige die mij restte."
De Standaard, 1997

Een klasseflits van de bedrijvige Nilis leidde een mogelijkheid voor Cocu in. Onze landgenoot zonderde met een heerlijk steekballetje de Eindhovense linksvoetige schuin voor doel af.
De Standaard, 1995

Zo werd de Aalsterse linksvoetige tijdens de kille decembermaand bruusk uit zijn winterslaap gewekt door Jan Ceulemans. De Caje "strafte" enkele pionnen uit zijn kwakkelend geheel door hen uit de kern te zwieren.
De Standaard, 1996

Het komt er nu op aan een juiste balans te vinden tussen onder andere aanvallers en verdedigers. Het valt me bijvoorbeeld op dat er veel linksvoetigen in de kern zitten.
De Standaard, 1997

Didier Segers verlaat KV Mechelen. De 32-jarige linksvoetige bereikte een akkoord met Lommel, waardoor hij de volgende drie seizoenen in het noorden van Limburg kan voetballen.
De Standaard, 1997

Ook bij Vitesse valt deze week de beslissing. Daar heeft men nog enkele twijfels. De Nederlanders hebben al drie linksvoetigen in huis en zijn in feite op zoek naar een "nummer tien".
De Standaard, 1996

Club, dat op zoek is naar een man op links, reageert niet alleen ontkennend op de naam Nielsen maar ook op alle andere linksvoetigen uit de Belgische competitie die in verband met blauw-zwart genoemd worden.
De Standaard, 1996

Door het ontbreken van een linksvoetige in de kern die de leemte kan opvullen, ontstaan door het vertrek van Rouyr, schoof Günter Jacob naar de linksachterplaats.
De Standaard, 1996

< >