Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

koffiekopje

betekenis & definitie

kopje voor koffie.

kopje dat gebruikt wordt voor het drinken van koffie; kopje om er koffie uit te drinken.

Voorbeelden:
Hij bracht zijn koffiekopje naar zijn mond, stulpte zijn dikke lippen over de rand en slurpte het schuim op.
Andy McNab, Crisis four, 2000

Ze zette twee koffiekopjes in elkaar op drie schoteltjes, nam het derde kopje in haar andere hand en dacht: ik vergeet iets.
Mensje van Keulen, Overspel, 1982

Uit de zaal klonk gedempt gelach, terwijl de mevrouw van de bibliotheek haastig een schoteltje onder een van de koffiekopjes, die op een lange tafel aan de zijkant van de leeszaal in rijen stonden opgesteld, uit trok en het voor Emma neerzette.
Herman Koch, Eten met Emma, 2000

'Het is een heel langzaam sluipend proces,' zei hij tegen Tine, drentelend in haar kielzog terwijl zij haar breiwerk opborg, de krant opvouwde en weglegde, de koffiekopjes naar de keuken bracht, de schemerlampen in de kamer een voor een uitknipte en de gaskachel uitdraaide.
Rijk de Gooijer & Eelke de Jong, De natte gemeente van Koos Tak, 1984

< >