deur van een kerk.
deur die toegang tot een kerk geeft; deur van een kerk.
Voorbeelden:
Iedere aswoensdag na Carnaval houdt de oude pastoor nukkig de traditie in stand en deelt askruisjes uit waarbij de jongens behoedzaam naar het altaar moeten sluipen want eigenlijk kun je alleen maar een askruisje krijgen als je de voorafgaande mis hebt bijgewoond en als hij een jongen betrapt die smokkelt, slaat hij die doodleuk over. Toch zien de meesten kans een kruisje te bemachtigen hoewel zij stiekum tegen het einde van de mis door de open kerkdeur binnensluipen.
http://www.nopapers.nl/km/lit/aut/proz/0/proz0018.html
Ik heb coereurs gekend die hun vrouw en kinderen na de hoogmis aan de kerkdeur zetten met een kroesje om fatsoenlijke banden te kunnen kopen.
De Standaard, 1996