vleeskleurig.
met de kleur van de blanke huid; de kleur van blanke huid hebbend; met een rozeachtige beige kleur; vleeskleurig.
Voorbeelden:
De zuster stroopte een elastieken, huidkleurige kous af, eronder zat een plaszak, vol met urine.
J.M.A. Biesheuvel, De verpletterende werkelijkheid en andere verhalen, 1981
En Hetty, de toen nog zo stralende Hetty, had de broze glitterjurk aangetrokken die ze op het laatste moment in haar koffertje had gedaan, 'voor het geval' – de jurk die van boven huidkleurig was en doorschijnend, ze droeg er niets onder.
Henk Romijn Meijer, Oprechter trouw, 2001
De huidkleurige, rubberen CLITO vibrator is zo gevormd dat de vagina en de clitoris (of anus) tegelijkertijd gestimuleerd kunnen worden.
http://www.condoom.com/
Ik toon hem hoe hij met koude was het haar van zijn benen kan weghalen. En hoe hij zijn baard kan camoufleren met huidkleurige crème.
Kristien Hemmerechts, Alle verhalen, 2001
Een slangetje verbindt het hoorapparaat met een kunststof 'oorstukje' dat meestal doorzichtig of huidkleurig is.
NRC, 1995
Waterwratjes zijn huidkleurige, glanzende halve bolletjes, met een klein deukje in het midden.
http://www.ouder-kindzorg.nl/