Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

granaatappel

betekenis & definitie

vrucht met eetbare rode pitjes.

subtropische, geel-rode vrucht met eetbare rode pitjes met vruchtvlees.

Voorbeelden:
Van de granaatappel zijn alleen de zaden, of eigenlijk het omhulsel daarvan, in culinair opzicht van belang. Deze zaadjes worden vaak aan een fruitsalade of als decoratie voor een romig dessert, ijs of een kaastaart toegevoegd.
http://www.verseoogst.nl/producten/granaatappel

In zijn nieuwe woning in de wijk Nekkerspoel in Mechelen vult Melkan een pot met Hassana-aarde. Hij plant een granaatappelboompje, in de hoop dat het vruchten draagt [...]. 'Het zou mooi zijn als we de vruchtjes konden verdelen onder de families van onze gemeenschap hier'. Dat zou inderdaad mooi zijn, vind ik, granaatappels uit Hassana.
http://www.wereldwijd.be/archief/assyr.htm, 2001

Er zijn verschillende manieren om de granaatappel schoon te maken. Halveer de vrucht met een mes en lepel de vrucht uit. Of snij de granaatappelschil in de lengte in vieren (als een sinaasappel) en buig de parten naar buiten, zodat de pitjes eruit vallen. De witte vliezen zijn niet eetbaar, ze zijn wrang van smaak. De vrucht is ook uit te persen op een citruspers.
http://meulemangroentezaak.nl/recepten/GRANAATAPPEL.pdf