al te toegeeflijke man.
man die al te toegeeflijk is en zich overal voor laat gebruiken; sullige man van wie men gemakkelijk misbruik kan maken; ook: man die niets in de gaten heeft; sufferd; sul.
Voorbeelden:
Is gekke Betje, dat onlangs in de Volkskrant opdook in een vraaggesprek met Loes Luca, inderdaad een contaminatie van tante Betje en gekke Henkie of van tante Betje en gekke Gerrit? Dan wel van tante Betje en malle Eppie? Dat zou goed kunnen, maar inmiddels moeten we de vraag een enigszins bijstellen: was het een eenmalige contaminatie of is het wel degelijk een bestaande vaste verbinding? Langzaamaan krijg ik de indruk dat het geen particuliere vondst van Luca is, of een typisch Rotterdamse uitdrukking, maar gewoon de zoveelste volkse uitdrukking die door de woordenboeken over het hoofd is gezien.
NRC, 2002
Bij de presentatie van de bisschoppelijke brief 'Ik was Vreemdeling', is door bisschop Muskens van Breda erop gewezen dat het verschil tussen economische en politieke vluchtelingen nauwelijks meer is te maken: 'Op het gevaar af voor gekke Henkie te worden versleten, wil ik bepleiten dat in sommige gevallen asiel wordt verleend, als mensen hun land van herkomst moeten verlaten wegens het structureel ontbreken van de noodzakelijkste bestaansmiddelen.'
http://www.law.uu.nl/sim/publ/baehr/, 1998
De gemeente beschouwt ons als gekke Henkies bij het geven van uitleg over wat er gebeurd is met het Essent-geld.
http://www.gennepnu.nl/20121129%20dag%20gekke%20Henkies.htm
