oplichter.
iemand die fraude pleegt; oplichter.
Voorbeelden:
Het detectiesysteem slaat ook alarm als de eigenaar in een Brussels restaurant zijn rekening betaalt en enkele minuten later een andere aankoop wordt betaald in Hongkong. In dat geval is een fraudeur in de weer met een geskimde of nagemaakte kaart.
De Standaard, 24 mei 2002
Veel erger is dat de moraal in gevaar komt, als met de zegen van de overheid fraudeurs op hun plaats mogen blijven zitten en corrupte ambtenaren van Rijkswaterstaat rustig doorfunctioneren.
http://www.katholieknieuwsblad.nl/actueel19/kn1910b.htm, 7 december 2001