Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

druif

betekenis & definitie

Het begrip druif heeft 4 verschillende betekenissen:

1) vrucht van de wijnstok.
ovaalronde, blauwe, rode of groene vrucht die in trossen aan de wijnstok groeit en die verwerkt wordt tot wijn of gegeten wordt als fruit.

2) plant die druiven voortbrengt.
klimplant die in vele variëteiten wordt geteeld voor de wijnproductie en een houtachtig stamgedeelte heeft, waaraan ranken met druiventrossen groeien; plant die druiven voortbrengt; wijnstok; druivenstok.

3) plant met druifvormige bloemen.
plant met druifvormige, in een tros groeiende, kleine bloemen; druifhyacint.
In verbindingen als blauwe druif, blauwe druifjes.

4) mal mens.
mal mens.