Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

drogisterij

betekenis & definitie

winkel van drogist.

winkel waarin middelen voor lichaamsverzorging, schoonmaakmiddelen, middelen voor de gezondheid (waaronder slechts in beperkte mate medicijnen) en snoep worden verkocht; winkel van een drogist.

Voorbeelden:
Drogisterijen halen een kwart van hun omzet uit de verkoop van pijnstillers, hoestdrankjes, middelen tegen verkoudheid, diarree en allerlei vitamine- en mineralenpreparaten.
ANP, 2000

"De politie heeft me een handje gegeven vanwege m'n kordate optreden. De eigenaar van de drogisterij heeft me ook bedankt en bloemen en wijn gegeven."
Rotterdams Dagblad, 2003

Uit het onderzoek van Gfk blijkt dat het aantal huishoudens bij bakkers, slagers, groentewinkels, kaasspeciaalzaken, warenhuizen, tuincentra en reformwinkels opnieuw is gedaald [...]. Alleen het klantenbestand van slijterijen en drogisterijen groeit nog steeds.
de Volkskrant, 2003

Aspirine mag alleen verkocht worden op plaatsen die hier een speciale vergunning voor hebben. Dit zijn eigenlijk alleen drogisterijen, apotheken en eventueel supermarkten met een eigen drogistafdeling.
http://www.liemerscollege.nl/biologie/profielwerkstukken/vwo/aspirine/WEB/hoewaar.html

De groep exploiteert ook nog twee gespecialiseerde ketens, Trekpleister (drogisterijen) en Mitra (drankenhandel).
De Standaard, 1996