Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

donderdag

betekenis & definitie

vierde dag van de week.

Voorbeelden:
Op donderdag bijvoorbeeld een extra koopavond voor de mensen die dat nodig hebben, lijkt me beter dan elke dag tot zeven uur open zijn.
Meppeler Courant, 1994

Voor Euro 96 worden wedstrijden gespeeld in Villa Park op maandag 10 juni, donderdag 13 juni, dinsdag 18 juni en zondag 23 juni.
De Standaard, 1996

Het lijk moet in de nacht van woensdag op donderdag in de betonwagen zijn verstopt.
De Telegraaf, 9 maart 2001

Slowaakse studenten hebben voor donderdag, de vijfde verjaardag van de 'Fluwelen revolutie' die een eind maakte aan 41 jaar communisme, een herdenking aangekondigd die vooral bedoeld is als protest tegen "de huidige binnenlands-politieke situatie".
NRC, 1994

In Dalfsen wordt donderdag het boek "Dit geloven wij" gepresenteerd.
Reformatorisch Dagblad, 27 februari 2002