Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

deukhoed

betekenis & definitie

ingedeukte hoed.

hoed van een model waarbij de bovenkant ingedeukt is.

Voorbeelden:
De directeur [...] had een grijze deukhoed op en droeg een bril met dikke bolle glazen.
R.J. Peskens, Twee vorstinnen en een vorst, 1976

Naast hem was uiteindelijk een oud mannetje met een deukhoed en een breed brilmontuur komen zitten.
Chris De Stoop, Zij kwamen uit het Oosten, 2003