Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

deskundige

betekenis & definitie

iemand die deskundig is.

iemand die beroepsmatig van een bepaald onderwerp veel afweet; iemand die voor zijn beroep op een specifiek terrein deskundig is; iemand die op een bepaald gebied vakbekwaam is; expert.

Voorbeelden:
Indien een HIV-positieve vrouw zwanger wordt, is het van heel groot belang dat ze van heel nabij gevolgd wordt, liefst door een gynaecoloog in samenwerking met een AIDScentrum. Deze deskundigen zullen de medicamenteuse behandeling nauwlettend opvolgen.
http://www.gezondheid.be/index.cfm?fuseaction=art_id=277

De verslaggevers en ook deskundigen wezen er gisteren in de Senaat op dat het hypokriet is te doen alsof de schending van de privacy door de media een recent fenomeen is.
De Standaard, 1995

Dat de deskundigen nog goeddeels in het duister tasten, en het mede daardoor stevig met elkaar oneens kunnen zijn, kwam op scherpe wijze naar voren in het felste debatje van de avond.
http://www.ub.rug.nl/nccg/nieuws.htm

Hier in Nederland is er nog geen ondersteunende structuur voor huisartsen, maar ik zou als huisarts met een ALS-patiënt de patiëntenvereniging bellen om te horen waar de deskundigen zitten.
NRC, 1995

De term 'woningzoekenden' is dan ook taboe geworden in de woningbranche. Deskundigen gebruiken uitsluitend nog de term woonconsumenten - zij die hun woonpositie willen verbeteren.
de Volkskrant, 2000

Zo'n deskundige is de elektrotechnische installateur, lid van Uneto. Hij kent de techniek en de leveranciers van de systemen, hij volgt regelmatig opleidingen om op de hoogte te blijven van de laatste technische ontwikkelingen.
http://www.wel.nl/