Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

consumptiecultuur

betekenis & definitie

cultuur waarin de nadruk ligt op consumptie.

cultuur waarin het verwerven van materiële zaken belangrijk is; cultuur waarin de nadruk ligt op consumptie.

Voorbeelden:
Sinds de economische hausse van de jaren tachtig en de bijbehorende explosie van consumptiecultuur is het werk van ontwerpers bij het publiek vooral bekend als 'design', een term die geleidelijk synoniem is geworden voor onbruikbare en oppervlakkige luxeartikelen.
http://www.rks.nl/, 1998

Wereldwijd is het eind november Internationale Niet-Winkeldag (Buy Nothing Day). Het is een protestdag van consumenten tegen de consumptiecultuur, die hen steeds meer nieuwe spullen opdringt.
http://www.ddh.nl/nwd/2000/, 2000

Het lijkt mij van groot belang in te zien dat hierop ook een aanzienlijk deel van de aantrekkingskracht van de consumptiecultuur berust. Die gaat niet alleen terug op de behoefte aan compenserende consumptie, noch op alle vormen van reclame en marketing die bij die behoefte aansluiting vindt. Deze aantrekkingskracht gaat evenzeer terug op het overvloedige materiaal en de aanzienlijke ruimte die de consumptiecultuur biedt voor het verkennen van eigen verlangens en het articuleren van een eigen identiteit.
http://www.human.nl/hkc/hkc_frame.htm, 1999

Als optimist weet ik echter dat de huidige consumptiecultuur niet kan standhouden. Mensen zullen altijd diepere verlangens koesteren die ze slechts kunnen realiseren door ontmoetingen met de medemens en niet door de volgzame naleving van de ordewoorden van de reclamewereld.
De Standaard, 1996