Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

busongeluk

betekenis & definitie

ongeluk met een of meer bussen.

ongeluk waarbij een bus betrokken is of waarbij, soms, verschillende bussen betrokken zijn; ongeluk met een of meer bussen; busongeval.

Voorbeelden:
Het busongeluk is het derde dit jaar met een Nederlandse bus. In februari raakten drie mensen gewond toen een toeringcar met wintersporters nabij het Duitse Koblenz slipte, door de vangrail schoot en in een sloot terechtkwam. Op 25 juni kwamen twee Nederlanders om het leven bij een ongeval met een toeristenbus nabij Luik.
Meppeler Courant, 1993