Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

bosneger

betekenis & definitie

creool die afstamt van gevluchte negerslaven.

creool die afstamt van gevluchte negerslaven in de oerwouden van Suriname; boslandcreool; marron.

Voorbeelden:
Toen de gevluchte slaven – want dat zijn de bosnegers, hè – op de plaats kwamen waar zij zich later zouden vestigen, hoorden zij daar honderden vogels 'ndjoeka, ndjoeka' roepen.
Robert Anker, Een soort Engeland, 2001

< >