Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

boos

betekenis & definitie

Het begrip boos heeft 5 verschillende betekenissen:

1) kwaad.
in een slechte stemming verkerend, waarin men anderen verwijten maakt; kwaad.

2) blijk gevend van boosheid.
waaruit blijkt dat iemand boos is; blijk gevend van boosheid.

3) geneigd tot boosheid.
geneigd tot boosheid; kwaadaardig; gemeen; boosaardig.

4) met slechte bedoelingen.
met de intentie om iemand kwaad of schade te berokkenen; met slechte bedoelingen; boosaardig; gemeen; snood.

5) verschrikkelijk.
vol moeilijkheden; bar; ook: beangstigend; verschrikkelijk.