Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

bok

betekenis & definitie

Het begrip bok heeft 15 verschillende betekenissen:

1) volwassen mannelijke geit.

2) mannetje van herten, gemzen e.d..
volwassen mannelijk zoogdier uit de families van de hertachtigen of van sommige soorten uit de familie van de holhoornigen, zoals de antilopen, de gemzen en de steenbokken.

3) holhoornig zoogdier.
zoogdier van de onderfamilie van de holhoornigen met die naam die onder andere de geiten, de steenbokken en de gemzen omvat.
Meestal in het meervoud.

4) geile man.
man met een onfatsoenlijk grote seksuele appetijt; geile man.
Meestal in combinatie met een adjectief dat een weinig vleiende hoedanigheid uitdrukt.

5) zitplaats voor een koetsier.
onderdeel vooraan op een rijtuig of een kar dat bestaat uit een horizontale plank, meestal voorzien van steunen onderaan, en soms ook van armleuningen, en dat dient als zitplaats voor de koetsier of de voerman.

6) gymnastiektoestel.
gymnastiektoestel dat wordt gebruikt bij springoefeningenen dat bestaat uit een nagenoeg kubusvormig blok met bovenaan afgeronde hoeken, bedekt met leer of een andere zachte stof, met daaronder vier uitstaande en uitschuifbare poten.

7) toestel om iets op te zetten.
toestel dat dient om iets anders op te plaatsen of vast te zetten, om het te ondersteunen of om het bewerken ervan gemakkelijker te maken.
Vaak in een voorzetselbepaling met op.

8) rechthoekige boot.
boot met een rechthoekige vorm, zonder dek en met een platte bodem die op de binnenwateren wordt gebruikt, vooral om grote vrachten te vervoeren.

9) hijstoestel.
toestel bestaande uit twee of drie schuin opstaande bomen, meestal met een lier, dat dient om zware lasten te hijsen en dat vaak, gemonteerd op een ponton, op het water gebruikt wordt.

10) kast voor zetwerk.
kast waarin de loden letters voor het zetwerk bewaard worden in een traditionele drukkerij.

11) platform voor de dirigent.
verhoging vooraan op het podium van een concertzaal, waarop de dirigent van het orkest plaatsneemt; platform voor de dirigent; rostrum.

12) afsprongplaats in het zwembad.
kubusvormige verhevenheid aan de rand van een zwembad die wordt gebruikt door zwemmers voor de afsprong.

13) scheidsrechtersplaats bij het volleybal.
verhevenheid in de vorm van een kubus in hout of kunststof, waarop de scheidsrechter plaatsneemt bij een volleybalwedstrijd.

14) bockbier.
seizoensbier van lage gisting met een alcoholpercentage van 6 tot 8 procent; bockbier.

15) bokking.
gerookte en gezouten haring; bokking.