Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

bodemdier

betekenis & definitie

dier dat op of in de bodem leeft.

dier dat op of in de bodem leeft.

Voorbeelden:
Het is een typisch bodemdier, maar 's nachts schuilt de slang meestal in een boom of hoge struik.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Pijlslang, 2011

De hop eet vooral bodemdieren, zoals wormen, hagedissen en grote insecten als de veenmol. Normaal gezien begint de vogel zijn voorjaarstrek in april.
http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=GVK58UTM, 2004

De westelijke Waddenzee telt duidelijk meer soorten bodemdieren, zoals krabben, garnalen, wormen en schelpdieren, dan veertig jaar geleden.
http://www.nu.nl/wetenschap/2391572/meer-soorten-bodemdieren-in-westen-waddenzee.html, 2010

Het hoofdvoedsel van schelvis bestaat uit bodemdieren als wormen, schelpdieren en zeesterren.
http://www.visbureau.nl/vissoorten.htm

Kleine bodemdieren zoals slakken en aaltjes kunnen ook niet zo vlot van de ene naar de andere plaats. Daarom kan de voedselketen niet harder schuiven dan elk van de onderdelen van de keten.
www.nme-achtkarspelen.nl/upload/264529687.pdf, 2008