Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

bijstandstrekker

betekenis & definitie

iemand die een bijstandsuitkering ontvangt.

iemand die krachtens een wet recht heeft op bijstand; iemand die een bijstandsuitkering ontvangt; bijstandsgerechtigde.

Voorbeelden:
In sommige gevallen is de financiële prikkel om als werkloze of bijstandstrekker een (deeltijdse) job tegen een laag loon te aanvaarden nauwelijks aanwezig.
http://www.s-p-a.be/nationaal/ideeen/politiekprogr/toekomst/sociaal.asp, 1998

Daarnaast klussen bijstandstrekkers wel eens bij, hetgeen lastiger te controleren valt.
NRC, 1993

Hij doelt ongetwijfeld op zijn bestaande plannen voor bijstandshervorming waarbij de overheid voor werk zal zorgen als er geen banen zijn voor bijstandstrekkers.
NRC, 1995

België heeft weinig bijstandstrekkers omdat ons land ruimer is in de toekenning van sociale-zekerheidsuitkeringen.
De Standaard, 1997

Weinig mag de werklozen of andere bijstandstrekkers te min zijn, vindt het CDA: baantjes als plantsoenverzorger of als bewaker van parkeergarages zijn maatschappelijk relevant en moéten dus aangenomen worden.
De Standaard, 1995

Van der Tak gaat ervan uit dat de gemeente ook onder de nieuwe wet meer speelruimte krijgt om bepaalde groepen bijstandstrekkers te helpen.
Rotterdams Dagblad, 2003