Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

bijna-ongeval

betekenis & definitie

ongeval dat bijna plaatsgevonden heeft.

ongeval dat bijna plaatsgevonden heeft; ongeval dat ternauwernood voorkomen kon worden of net niet plaatsvond; bijna-ongeluk.
Zie voor de combinatiemogelijkheden het meer gangbare synoniem bijna-ongeluk.

Voorbeelden:
Snel stapte ze in haar auto en reed naar de hoek van Sweetgrass Drive en Crepe Myrtle Drive waar het bijna-ongeval net had plaatsgevonden met het jongetje dat Linzy zo behulpzaam in haar armen had gedreven.
Willem Zebregs, Ritueel des doods, 2001

De afdaling werd ontsierd door een bijna-ongeval. Pietro Vitalini, die met een snelheid van ruim 100 km per uur naar beneden kwam, moest stevig in de remmen. Een toeschouwer was doodleuk de ijzige piste op gewandeld en uitgegleden. Vitalini: "Ik hing nog in de lucht na een sprong, toen ik opeens iets voor me zag. De adem stokte in mijn keel. Dit had een verschrikkelijk ongeluk kunnen worden."
De Standaard, 1997

Van een liftenfirma ontvingen wij laatst de volgende melding over een bijna-ongeval. Een monteur was bezig grote gaten te boren ter plaatse van de bovenbalk van een liftkooi. Teneinde dit inspannende werk gemakkelijk te kunnen uitvoeren is de man op een separatiebalk gaan zitten die zich op ca. 5 meter hoogte voor de naastgelegen lift bevond. Waar de monteur niet bij stil heeft gestaan is dat hij bijna in de baan van het tegengewicht van de naastgelegen lift zat. Wat u verwacht gebeurt, deze lift komt op zeker moment in beweging en het tegengewicht schampt de 'acrobaat' op de separatiebalk. Gelukkig blijft het bij schampen en komt de monteur met de schrik vrij.
http://www.liftinstituut.nl/Ongevallen/ongevallen.htm