Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

bedrieger

betekenis & definitie

iemand die bedriegt.

iemand die mensen bedriegt, bijvoorbeeld door dingen anders voor te stellen dan ze zijn of door zichzelf anders voor te doen dan hij is.

Voorbeelden:
Ze proberen hun zoon aanvankelijk omzichtig maar allengs explicieter ervan te doordringen dat de man een bedrieger is, die met dat gewoon-te-gek-voor-woorden-verhaal over een beenamputatie probeert geld af te troggelen.
Kees van Beijnum, De vrouw die alles had, 2002

Op het eind van de jaren zestig verschenen de eerste ophefmakende boeken van de vreemde Zuid-Amerikaanse antropoloog – volgens sommigen alleen maar een bedrieger – Carlos Castaneda, waarin hij zijn kennismaking beschrijft met het wereldbeeld en de praktijken van een indiaans tovenaar of sjamaan, don Juan.
Patricia De Martelaere, Wereldvreemdheid, 2000