Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

Bask

betekenis & definitie

iemand uit Baskenland.

iemand die behoort tot het Baskische volk; iemand die afkomstig is uit Baskenland; inwoner van Baskenland.
In het meervoud ook in toepassing op het volk.

Voorbeelden:
Witschge zorgde in de 42ste minuut voor 2-0, na samenspel met de Bask Beguiristain.
NRC, 1993

Niemand die precies vertellen kan waar ze vandaan komen, die Basken. Maar hun identiteit ontlenen ze op de eerste plaats aan het Euzkara, de Baskische taal die los staat van de grote Indo-europese familie waar zo goed als alle andere moderne Europese talen bijhoren.
De Standaard, 1996

De Basken worden beschouwd als onafhankelijkheidsstrijders en dat lijkt een bijzonder goede reden om uit Baskenland weg te blijven.
De Standaard, 1996

Als het om Basken gaat, moet men een politiek van confrontatie voeren. Die politiek culpabiliseert de hele Baskische natie omdat ze onvoldoende afstand neemt van terroristen. Het terrorisme aldaar moet worden uitgeroeid door de Basken klein te houden.
http://www.storme.be/Spaanseverk.html, 16 maart 2004