Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

alleen

betekenis & definitie

Het begrip alleen heeft 6 verschillende betekenissen:

1) zonder gezelschap.
zonder het gezelschap van andere personen; zonder gezelschap.

2) zonder toezicht.
zonder toezicht, oppas of verzorging; onbewaakt of onbeheerd.

3) zonder hulp.
zonder iemands medewerking; door niemand bijgestaan of geholpen; zonder hulp.

4) afgezonderd van andere zaken.
niets anders bij zich hebbende; afgezonderd van andere zaken; apart.

5) slechts.
niet meer of niet anders dan; slechts; enkel.

6) met dit voorbehoud.
met dit voorbehoud; maar; doch; echter.

< >