Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

accountant

betekenis & definitie

financieel expert en controleur.

iemand die voor zijn werk de financiën van een bedrijf, organisatie, onderneming of van een huishouden opzet, controleert en soms beheert; boekhouder met de bevoegdheid tot controleren en goedkeuren van boekhoudingen en jaarrekeningen.

Voorbeelden:
De accountant is de permanente en wettelijke raadgever van de bedrijven voor het zeer uitgebreide domein van de administratieve en boekhoudkundige organisatie van de onderneming. Het is de accountant die de boekhouding organiseert, de rekeningen rechtzet en die het bedrijf voorlicht over de werkelijke toestand op financieel, economisch en fiscaal vlak.
http://users.belgacom.net/accountant-peirsman/de_accountant.htm

Voor mij is een accountant iemand die met kennis van zaken ervoor zorgt dat de financiële en administratieve organisatie op rolletjes loopt [...]. Of die organisatie nou bestaat uit een goedlopend bedrijf met 60 medewerkers, of een huishouden bestaande uit twee personen.
http://www.accountancybouman.nl/over-mij

Als de ALV het bijgaande voorstel overneemt, zal het liquidatiesaldo van de Vereniging uitkomen op ca €575.000. Het precieze bedrag zal door de accountant worden vastgesteld.
http://www.vereniging-zkv-klm.nl/opheffingvandevereniging2004.doc, 2004

Agnes had een lang gesprek met haar accountant. Ze had er erg tegen opgezien omdat ze zich altijd zo onbedaarlijk stom voelde als het over cijfers en geld handelde.
Peter van Straaten, Niet doen Agnes, 2000

Hij heeft een aantal accountants ingeschakeld om te becijferen hoe groot de totale schade is.
De Standaard, 1996