Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

aanvoerder

betekenis & definitie

Het begrip aanvoerder heeft 6 verschillende betekenissen:

1) persoon die een groep aanvoert.
degene die een groep of beweging leidt en vaak ook vertegenwoordigt; degene die een groep of beweging aanvoert; leider; ook: instantie die een groep aanvoert, zoals een land of een bedrijf.

2) leider van een sportteam.
iemand die een sportteam aanvoert; leider van een sportteam; captain; kapitein.

3) hoogst genoteerde; koploper.
degene die of datgene wat het hoogste op een ranglijst staat; koploper.
Voor de toepassing binnen de sport, zie 3.1.

4) toonaangevend persoon.
degene die een groep of een beweging voorop gaat en zo als voorbeeld of inspiratie dient; persoon die voor een beweging toonaangevend is.

5) degene die goederen aanvoert.
degene die goederen aanvoert; iemand die goederen aanlevert; leverancier; ook: instantie die goederen aanvoert, zoals een land of bedrijf; leverancier.

6) aanvoerende spier; adductor.
spier in een gewricht die een lichaamsdeel zoals een been of een teen in zijwaartse richting naar het lichaam toetrekt; aanvoerende spier; adductor.