De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Gepubliceerd op 02-12-2020

Zaanse klok

betekenis & definitie

stoelklok die vanaf ongeveer het midden van de 17de eeuw tot het eind van de 18de eeuw in de Zaanstreek werd gemaakt. De kast van het uurwerk, doorgaans met klosvoeten, is geplaatst op een op een wandschild bevestigde console.

In het wandschild is ruimte uitgespaard voor de slinger: onderin is een meestal ovaal slingervenster aangebracht, zodat men het slingerlichaam, dat daarom dikwijls in een decoratieve vorm (bijv. een ruitertje) is gemaakt, kan zien bewegen. De oudste vorm van het wandschild is rechthoekig met een op een halsgevel gelijkende bovenkant (dit type wordt wel ‘schoolbord' genoemd) later in zwierige bochten. Wandschild en kast bestaan aanvankelijk uit een eiken kern met ebbehout gefineerd; later in de 17de eeuw wordt ook palissander toegepast en in de 18de eeuw komt ook wortelnotefineer voor of beschilderd of blank eiken. Zeer zeldzaam zijn geheel van messing vervaardigde kasten.De kast is voorzien van getorste of gladde hoekkolommen en geprofileerd lijstwerk. De consoles (evenals de kolommen van massief hout vervaardigd) zijn dikwijls voorzien van decoratief steekwerk. De kap wordt bekroond door een houten front of een in koper of verguld lood gegoten ornament, dat dikwijls de allegorische beelden van Geloof, Hoop en Liefde vertoont. De zijkanten zijn eveneens voorzien van gegoten ornamenten, meestal voorstellende een door twee leeuwen geflankeerd wapen, met een bepaald devies daaronder, bijv. ‘Nu elck syn sin'. Op de op de kast aangebrachte bellen dikwijls een eveneens gegoten Atlas of Minerva. De wijzerplaat is overtrokken met zwart fluweel, waarop een verzilverde of messing cijferring, gegoten hoekomamenten (meestal gevleugelde engelenkopjes), later ook blad- en rankornamenten.

Soms is onder de wijzerplaat een aparte wijzerplaat voor de kwartieren aangebracht. Gaand werk en slagwerk zijn achter elkaar gemonteerd, bij de oudste typen tussen twee horizontale platines door vier stellingpoten gesteund, maar meestal aangebracht tussen platte messing stijlen, verbonden door regels. De raderen hebben als typisch kenmerk waaiervormige spaken, hoewel rechte spaken eveneens voorkomen. I Iet uurwerk heeft een verticale spillegang: de slinger is opgehangen aan het wandschild en door een gaffel met de spil verbonden. Het slagwerk is meestal een dubbelslagwerk met twee bellen, boven elkaar gemonteerd op de kap van de kast. de grootste en onderste bel voor de hele. de kleinste voor de halve uren. De messing gewichten zijn doorgaans peervormig en hangen met houten katrollen aan groene koorden; cilindrische. met ringen versierde messing gewichten op kettingen komen echter ook voor.

De klokken zijn bijna altijd voorzien van wekkerwerk, bevestigd in de kast; klokken met complete kalender zijn zeldzaam. De Zaanse klokken werden ook in zeer eenvoudige uitvoering gemaakt, met beschilderde kasten en wijzerplaat en cilindrische gewichten. Dit type is meestal niet gesigneerd. Bekende klokkenmakersfamilies uit de Zaanstreek zijn o.a. Koogies, Koopies, Volger en Engel.