(1821-1850), Chin. keizer uit de Ch'ing-dynastie. Wat de keramiek betreft wordt zijn regeringsperiode gekenmerkt door een achteruitgang van porselein dat kalkachtig en dun werd en de kwaliteit van de glazuren die olie-achtig werden.
Hen combinatie van de kleuren van het familie rose en famille verte resulteerde door een overheersende ijzerrode tint en een onevenwichtig decor. De techniek van tou ts'ai en op kleinere schaal ook van wu ts'ai werd opnieuw toegepast; ook werden imitaties gemaakt van K'ang Hsi-porselein met onderglazuurblauwe decoratie. Er bestond grote belangstelling voor miniatuurvoorwerpen, zoals snuifflesjes. Sommige stukken kunnen worden geïdentificeerd aan de hand van Mongoolse inscripties ter herinnering aan het huwelijk van de dochter van de keizer met de Mongoolse prins Baragon Tumed.
