(613-906), Chin. dynastie die heerste over een uitgestrekt rijk. De periode van voorspoed duurde ongeveer 150 jaar: de Chinese overheersing strekte zich uit tot Samarkand in het westen en oefende invloed uit op Korea en Japan in het oosten.
Op haar beurt werd de Chinese kunst weer beïnvloed door het buitenland. Op keramisch gebied was er tijdens de T'ang-dynastie een expansieve groei, met aanvaarding en verwerking van buitenlandse invloeden, een ontvankelijke, energieke en kleurige tijd. Niet alleen verraden vele vormen Midden- en Westaziatische affiniteiten, veelal afgeleid van metaalvormen, ook het kleurenschema van de loodglazuren, waarom het tijdperk zo bekend is, werd sterk verlevendigd en verrijkt met bladgroen, barnsteengeel, diepbruin, donkerblauw, violet, purper en zwart. Technische verbeteringen vonden voortgang en culmineerden, behalve in aardewerk en steengoed van grote charme, in het eerste echte witte porselein met veldspaatglazuur, een specifiek Chinese vinding, op zijn laatst uit de 9de eeuw, en in het grijzig-groene yüeh yao, de voorloper van het celadon van de Sung-dynastie. Na 755 werd de dynastie verzwakt door corruptie, opstanden en grensgeschillen. Hoewel de kunst nog op een hoog niveau blijft, zijn de voortbrengselen uit de late T'ang-periode verstoken van de vroegere vitaliteit.
