De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Gepubliceerd op 02-12-2020

Mahoniehout

betekenis & definitie

(Fr.: acajou), fijne, zeer harde houtsoort van een mat-roodachtige kleur, sedert begin 18de eeuw in Europa aangevoerd, voornamelijk vanaf de Antillen door de Franse Oost-Indische Compagnie. Er bestaan veel soorten: gevlamd, gemoireerd, gevlekt, zgn. paardevlees, fontijnenhout. enz.

Het mahonie is goed te politoeren en krijgt dan zijn warmbruine kleur. Reeds spoedig had het zich als meubelhout een vaste plaats verworven; ca. 1730 is het in Engeland reeds even populair als notehout: ca. 1750 is het de meest verwerkte houtsoort in de fijnmeubelmakerij, zowel voor fineer als voor marqueterie. De Age of Walnut gaat dan over in de Age of Mahogany. Sedert het empire wordt het in toenemende mate ook massief gebruikt. Een eeuwlang heeft het mahonie de mode beheerst, zodanig dat bijv. in Nederland de Friese staartklok, ofschoon van eerlijk eikehout. altijd roodbruin werd gebeitst en als mahonie gepolitoerd.