Den Haag kwam voor het eerst in aanraking met de porseleinfabricage in 1776. toen de Duitse porseleinhandelaar Anton Lyncker hier een manufactuur inrichtte voor het decoreren van uit Duitsland en Doornik geïmporteerd onversierd porselein. Na enkele jaren werd ook de fabricage van porselein ter hand genomen.
Na de dood van Lyncker (1781) beheerde diens weduwe het bedrijf, totdat de zoon Johann Franz in 1784 de leiding op zich nam. Wegens benarde financiële omstandigheden moest de fabriek in 1790 de produktie staken. Haags porselein kenmerkt zich in het algemeen door smaakvolle en zorgvuldig behandelde decors (vogels, stadsgezichten en landschappen, familiewapens, bloemboeketten, guirlandes en amorini in de stijl van Boucher), vnl. polychroom en goud. Het hier in de beginperiode beschilderde Doornikse paté tendre wordt Doorniks-Haags genoemd. De produktie omvatte: tafel-, thee- en koffïeserviezen. terrines, kommen, cachepots, kannen, schalen enz. Merken: op eigen produkten de ooievaar uit het wapen van Den Haag in onderglazuurblauw: bij Duits of Doorniks, maar in Den Haag gedecoreerd porselein een in bovenglazuurblauw geschilderde ooievaar.
