De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Gepubliceerd op 02-12-2020

Geslepen glas

betekenis & definitie

wordt vervaardigd m.b.v. een snel ronddraaiende stenen of ijzeren schijf waarop een met zand gemengd straaltje water vloeit. In tegenstelling tot de techniek van de radgravure bepaalt de techniek van het glasslijpen zich hoofdzakelijk tot het facetteren van glas.

De door het slijpen ruw of mal geworden onderdelen worden soms gepolijst met schijven van hout, leer of vilt. Het facetteren van de stammen van drinkglazen kwam tegen het eind van de 18de eeuw sterk in de mode. Daarnaast kende men ook pseudo-gefacetteerde stammen uit geperst glas. De techniek was reeds bij de Romeinen bekend, maar ging in later tijd verloren. Eerst in de tweede helft van de 16de eeuw werd zij opnieuw toegepast in Bohemen, waar zij een zeer grote hoogte bereikte. Vermaarde glasslijpers zijn Gaspar Lehmann en Gottfried Spiller. Het slijpen als zelfstandige versieringskunst beleefde zijn glorietijd in Engeland, als gevolg van de uitvinding van het loodglas ca. 1675 dat zich bijzonder goed leende voor slijpwerk omdat het iets dikker is en in facetten geslepen een fraaie schittering vertoont.

< >