Anneke Westerhuis

Managing onderzoeker bij ECBO

Gepubliceerd op 01-12-2016

Beroepsonderwijs

betekenis & definitie

Met beroepsonderwijs wordt in Nederland doorgaans het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) bedoeld, maar er is ook hoger beroepsonderwijs (hbo). Na de basisschool ronden leerlingen na het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) in het mbo hun beroepsopleiding af en zoeken meestal een baan. Momenteel volgen zo’n 450.000 studenten een mbo-opleiding.

In het mbo kunnen studenten kiezen uit veel verschillende opleidingen, variërend van verpleegkundige tot beveiliger, van timmerman of automonteur tot danser, van juwelier tot grafisch vormgever of bloemist. De meeste studenten zijn 16 0f 17 als ze aan hun mbo-opleiding beginnen.

Het mbo is in vier niveaus opgedeeld. Op elk niveau wordt voor specifieke beroepen opgeleid. De opleiding voor timmerman zit bijvoorbeeld op niveau 2 en de opleiding voor opticien op niveau 4. Niveau 1 is het laagste en niveau 4 het hoogste niveau. Met een diploma op niveau 4 mag een mbo-student naar het hbo om daar verder te leren. Hoe hoger het niveau, hoe langer de opleiding duurt. Op niveau 1 duurt de beroepsopleiding een jaar, op niveau 2 twee jaar en op niveau 3 en 4 doorgaans drie jaar.

In het mbo volgen alle studenten een deel van hun opleiding op school en een deel in de beroepspraktijk. Niet elk bedrijf mag mbo-studenten opleiden; deze bedrijven moeten aan speciale eisen voldoen.

De Nederlandse economie heeft veel aan het mbo te danken. Er zijn bijna geen bedrijven of instellingen waar geen mbo’ers werken. In speciale commissies geven vertegenwoordigers van bedrijven aan wat er in de beroepsuitoefening verandert. Mbo-opleidingen worden daarop aangepast zodat het onderwijs altijd up-to-date is en mbo-studenten van de nieuwste ontwikkelingen op de hoogte zijn.

Nederland mag dan ook best trots zijn op het mbo. Volgens onderzoekers van de Amerikaanse Harvard universiteit hoort het Nederlandse beroepsonderwijs tot de zes beste systemen in de wereld.