Alexandra van der Geer

Research Associate, Naturalis Leiden

Gepubliceerd op 30-04-2016

biogeografie

betekenis & definitie

Het vakgebied dat zich richt op het beschrijven van de verspreiding van biologische soorten en ecosystemen in plaats en tijd.

Biogeografie, ook wel ecogeografie, is het in kaart brengen van de natuurlijke verspreiding van biologische soorten en ecosystemen. Deze verspreiding betreft meestal de geografische verspreiding, dus naar fysieke plaats, maar soms ook de verspreiding in geologische tijd. Het vakgebied houdt zich dus bezig met waar en wanneer welke soorten en leefgemeenschappen van nature voorkomen. Een verdere onderverdeling bestaat uit phytogeografie en zoogeografie: de biogeografie van respectievelijk planten en dieren.
De verspreidingspatronen zijn niet toevallig, maar onderhevig aan een aantal wetmatigheden. De belangrijkste bepalende factoren zijn breedtegraad, hoogtegraad, mate van isolatie en grootte van het gebied. Zo blijken bijvoorbeeld soorten of populaties met een grotere lichaamsomvang, kleinere oren en wolligere vachten vaker voor te komen op hogere breedtegraden, dus dichter bij de polen, dan op lagere breedtegraden. Deze wetmatigheid staat bekend als Bergmann’s Rule. De achterliggende oorzaak heeft vooral te maken met de lagere temperaturen: een wollige vacht, relatief kleiner lichaamsoppervlak en kortere uitsteeksels zorgen voor een lager warmteverlies. De grotere lichaamsmassa is verder gunstig om de lange, donkere winters met voedselschaarste te kunnen overbruggen. Soorten die leven op grote hoogten volgen een vergelijkbaar patroon, behalve dat hier seizoensverschillen in daglengte geen rol spleen. Een andere biogeografische wetmatigheid is de Island Rule, volgens welke soorten in geïsoleerde gebieden uiteindelijk in lichaamsgrootte convergeren naar medium size. Terwijl grote soorten verdwergen evolueren kleine soorten juist tot reuzen. De grootte van een gebied tenslotte is vooral bepalend voor het aantal soorten dat er voorkomt. Hoe groter het gebied, hoe hoger de potentiële biodiversiteit.