Alexander Janssen

MSc Accounting & Control

Gepubliceerd op 09-01-2019

Principaal-agenttheorie

betekenis & definitie

Principaal-agenttheorie is een stroming binnen de agency theorie die zich toespitst op het formuleren van een algemene theorie over principaal-agentrelaties. De theorie kan worden toegepast op allerlei principaal-agentrelaties, zoals die van werkgever-werknemer, advocaat-cliënt en afnemer-leverancier. Kenmerkend voor deze theorie is een zorgvuldige specificatie van aannames, gevolgd door wiskundig bewijs.

Waar de positieve agency theorie stelt dat het toepassen van op resultaat gebaseerde contracten gezamenlijke waardemaximalisatie oplevert in een principaal-agentrelatie, betoogt de principaal-agenttheorie dat belonen op basis van deze contracten niet in alle gevallen de beste stimuleringsmaatregel is voor een agent. Om het agencyprobleem te overkomen is het mogelijk wenselijker om op te belonen op basis van gedrag gebaseerde contracten, waarbij een agent wordt beloond op basis van zijn of haar vertoonde gedrag.

Vanuit de principaal-agenttheorie is een subset van vijf zogenaamde agency variabelen ontwikkeld om te beoordelen op basis van welk contract een agent het best beloond kan worden. In de literatuur worden minstens vijf agency variabelen geïdentificeerd: meetbaarheid van resultaten, resultaatonzekerheid, programmeerbaarheid van taken, tegenstrijdigheid van doelen en lengte van de principaal-agentrelatie. Een voorbeeld van een beoordeling van de eerstgenoemde agency variabele luidt: “indien resultaten van acties gemakkelijk meetbaar zijn, zal de principaal de voorkeur geven aan het belonen van de agent op basis van een op resultaat gebaseerd contract”.

In vergelijking met de positieve stroming is de principaal-agenttheorie abstract en wiskundig en daarom minder toegankelijk voor organisatiewetenschappers. Daarnaast geldt dat de principaal-agenttheorie meer belangstelling heeft voor algemene, theoretische implicaties, terwijl de positieve stroming zich bijna uitsluitend richt op de relatie tussen aandeelhouders en managers. Ondanks deze tegenstellingen zijn de positieve agency theorie en de principaal-agenttheorie complementair aan elkaar: de positieve theorie identificeert verschillende contractalternatieven en de principaal-agenttheorie geeft aan welk contract het meest efficiënt is op basis van een beoordeling van de agency variabelen.