Een grotsalamander is een soort amfibie die in grotten leeft. Deze dieren zijn aangepast aan het leven in donkere, vochtige omgevingen, en sommige soorten hebben bijzondere kenmerken, zoals geen pigment (ze zijn bleek of wit), kleine of geen ogen, en een langzaam metabolisme.
Bekende soorten:
Olm (Proteus anguinus) — een bekende grotsalamander die voorkomt in de Dinarische Alpen (Slovenië, Kroatië):
- wit/lichtroze huid;
- blind;
- kan meer dan 100 jaar oud worden;
- leeft volledig ondergronds in grotten.
Eurycea lucifuga (grotsalamander in Noord-Amerika):
- deze soort leeft aan de randen van grotten en is minder extreem aangepast dan de olm;
- leven in donkere, vochtige habitats zoals grotten, ondergrondse rivieren of spleten;
- ademen via hun huid en kieuwen;
- hebben vaak een trage levenscyclus en kunnen lang zonder voedsel;
- zijn erg gevoelig voor vervuiling en verstoring.