Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Zwieper

betekenis & definitie

1. Z. is in sommige delen van de Z.

Holl. eilanden de naam voor iemand, die er zijn beroep van maakt met zijn paarden de grond van anderen, die geen of te weinig paarden hebben, te bewerken (z. Labeuren).2. (bosb.) Boom, die door te dichte stand (te late dunning) ijl is opgegroeid en waarvan de slanke stam bij wind sterk heen en weer wordt bewogen en daardoor de kronen van buurstammen beschadigt.

< >