Onderdeel van een dorsmachine, dat zich boven op de machine voor de dorsopening bevindt. Bewegende band zonder eind, waarboven een as met messen ronddraait om de touwbanden der aangevoerde bossen los te snijden.
Soms is er nog een tweede as met een ronddraaiende worm om de schoof gelijkmatig over de breedte van de dorstromend te spreiden. Men past ook wel z. toe waaraan nog een dwars- of een langtransporteur, waarmee de schoven omhoog worden gevoerd, zodat deze niet meer naar boven behoeven te worden gevorkt. Dit vergroot de dorscapaciteit.