Leeft een parasiet bij het doorlopen van zijn normale ontwikkelingscyclus achtereenvolgens op verschillende waardplanten, dan spreekt men van w. Deze komt vooral voor bij de roestzwammen, o.a. bij de zwarte roest van de granen.
Een deel van zijn ontwikkeling maakt deze parasiet door op de graanplant, een ander deel op de berberis. De econ. minder belangrijke waardplant, i.c. de berberis, wordt de tussenwaardplant genoemd.