(volksk.) De vrèwösj is een wis, nl. een bundeltje gras of klaver op een stoppelveld gezet, ten teken dat er niet op gelopen mag worden of dat men het zeumeren, het arenlezen, verbiedt.
Vroeger stak men een v. op het veld om te beduiden dat het in vreetijd lag, d.w.z. niet meer toegankelijk was voor de kudde van de dorpelingen. Het gebruik beslaat nog in de Kempen en in vele plaatsen van Brabant. Om b.v. de schaapherder te beletten met zijn kudde op de klaverstoppel e.d. te komen steekt de boer er de v. of vrijmei op.