worden genomen met dierlijke organismen om de meest doelmatige wijze van voeding op te sporen. Ook voor deze proeven gelden de regelen der proeftechniek in de ruimste zin van dit woord.
Pen einde individuele verschillen tussen de proefdieren tot een minimum te reduceren maakt men zo mogelijk gebruik van worpen (varkens) of van eeneiige tweelingen van b.v. runderen. Is dit niet mogelijk dan dient de keuze en rangschikking der proefdieren zodanig te zijn, dat individuele verschillen worden geïsoleerd van de systematische factoren, die in de proef worden gelegd (z. Proefveld techniek).