bestaat uit een rij staken op afstanden van 0,35-0,40 m, waaromheen latten van Hollands of Gelders rijshout worden gebreid. De staken hebben ten doel een bedekking van rijslagen op een beloop te bevestigen dan wel (bij zinkwerk) hokken te vormen voor het opsluiten van de ballast.
Bij het vlechten bestaat elke steek gewoonlijk uit twee latten. Nadat de vlechting gereed is, wordt zij neergedreven met een sleg.Men onderscheidt de gewone tuin (14-16 cm hoog) en de kieltuin (18- 22 cm hoog.)