Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Viscositeit

betekenis & definitie

is de (dik-)vloeibaarheid van gassen en vloeistoffen. Ook bij enkele vaste stoffen, zoals asfalt, pek en hars kan er sprake zijn van een zekere v.

Men drukt deze grootheid uit in een eenheid, de z.g. poise, die is genoemd naar Poiseuille i.v.m. de formule van POISEUILLE. Water bij 200 C heeft een v. van bijna 0,01 poise, olijfolie bij 180 C ca 1 poise, lucht van 18°C 180 micropoise (micro = 1 millioenste), pek bij kamertemp.10.000megapoise (mega = 1 millioenvoud). Men kan de v. van vloeistoffen en gassen meten, o.a. door de snelheid te bepalen waarmede de stof een m.o.m. nauwe buis passeert; bij z.g. laminaire stroming is volgens NEWTON deze snelheid rechtevenredig met de druk, die de stroming veroorzaakt. Er zijn oplossingen b.v. van colloiden met draadvormige micellen, waarbij de snelheid meer dan rechtevenredig met de druk toeneemt. Ten slotte zijn er stoffen, die bij kleine drukken in het geheel niet in beweging komen, doch pas bij een bepaalde druk, de z.g. vloeigrens (yield value) gaan vloeien; dit is bekend o.a. van boetseerklei. In de colloïdchemie past men viscositeitsmetingen toe om b.v. de hydratatie van hydrophiele solen te onderzoeken, Hydrophiele solen onderscheiden zich van hydrophobe solen door een veel hogere v. Viscositeitsmetingen worden o.a. gebruikt ter bepaling van het molecuulgewicht van macro-moleculaire stoffen.

< >