Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Vis

betekenis & definitie

1. (dierk.) Laagst geordende groep der gewervelde dieren, bewoners van zeeën en zoete wateren. Als kweek- en groeiproduct van waterlopen en waterbekkens, vooral van belang, wanneer hierdoor het productief maken kan worden bereikt van met water bedekte oppervlakten, die voordien productief waardeloos waren.

De in Ned. belangrijkste v. zijn in stilstaande wateren, aal, karper, zeelt, snoek, baars en brasem, in stromende wateren aal, zalm en forel. V. kan een belangrijk object zijn voor een cultuur (visteelt).Als bewoner van plantsoenen en tuinvijvers, waarbij de goudgekleurde soorten (goudkarper, ikan mas) een belangrijke plaats innemen, heeft de v. ongeveer een zelfde plaats als siergewassen in de tuin (visvijver).

In de tropen heeft de v. door haar hoogwaardige eiwitten belangrijke betekenis als volksvoedsel en is daar object van allerlei vangmethoden en-cultures (bandeng, ikan, mas, tawes, nilem, gaboes). Ook wat de volksgezondheid betreft heeft de v. belangrijke waarde, vooral in de tropen, waar men vele met malariamuggen (Anopheles) geïnfecteerde wateren door het uitzetten van vissen — v. eet de anophelcslarve - heeft weten te saneren.

Als tweede product van de rijstvelden (palawidjas), heeft de v. betekenis. De meeste zoetwater-v. zijn geen consumenten van planten, zodat het rijstgewas van de visbezetting geen schade ondervindt, eerder nog voordeel ontvangt, daar de gemineraliseerde excrementen der v. aan het rijstgewas opbouwstoffen toevoegen.

Ten slotte heeft v. betekenis als object van de sportvisserij waar vooral forel met de kunstvlieg, snoek met levend aasvisje en karper met plantaardig lokaas aan de hengel kunnen worden gevangen. V. heeft mede door de veelsoortigheid van allerlei vangmethoden en de daarvoor benodigde apparatuur, industriële waarde, waarbij productie en verwerking van allerlei conserveringsstoffen en van plantaardige voortbrengselen van belang zijn. Productie, vangst en verwerking van v. zijn door de Overheid gereglementeerde en geordende bedrijfstakken, in Ned. ondergebracht bij het Min. van Landb., V. en V., in vele andere landen als onderdeel van het Staatsbosbeheer.

Door reglementering, waarbij minimummaten voor te vangen v., minimummaten voor te gebruiken vistuigen en perioden van opening en sluiting van de bevissingsmogelijkheid voor allerlei soorten v. zijn vastgelegd, wordt de visstand in diverse wateren op peil gehouden; door bijzondere maatregelen van visteek en door uitzetting van pootvis (bibit) wordt in vele wateren de visstand verbeterd. Dit laatste is deels overheidszorg en deels voor rekening van de bezitter of rechthebbende van het viswater.

2. (veev.) In de varkensvoeding worden nog wel eens visafvallen (afwijkende soorten, beschadigde exemplaren, restanten) gebruikt. Mits in gekookte toestand verstrekt is dit bij jonge varkens nog wel toelaatbaar te achten (max. 1 kg), voor mestdieren boven 50 kg mag men geen v. verstrekken i.v.m. de slachtkwaliteit (vissmaak). Ook eenden krijgen vis(afval) (z. Vismeel).