Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Verstuiver

betekenis & definitie

(1) z. Poederverstuiver.

(2) Onderdeel van een oliebrander.

Verstuivingsdrogen is een werkwijze, waarbij een oplossing of een suspensie verstoven wordt in een stroom warme lucht of inert gas; het oplosmiddel verdampt en de opgeloste stof wordt onmiddellijk als droog poeder verkregen, b.v. melkpoeder. Deze werkwijze wordt vooral toegepast voor temp.gevoelige materialen, daar de droogtijd zeer kort is en de materiaaltemp. laag blijft (z. Drogen). Verstijfselen is het verschijnsel, dat men waarneemt, wanneer zetmeel en water verwarmd worden. De zetmeelkorrels nemen water op en zwellen. De zwelling neemt bij stijgende temp. toe en de inhoud van cle zetmeelkorrels gaat in oplossing.

Met weinig zetmeel ontstaat een helder, licht opaliserende oplossing, die ook bij afkoelen vloeibaar blijft; indien veel zetmeel gebruikt wordt ontstaat een stijfselpap. Deze is na droging onder de naam stijfsel te verkrijgen en blijft in water oplosbaar. Vertakking (bosb.) is de wijze van takvorming bij bomen. Sommige bomen hebben de typische eigenschap een zware, rechte, takvrije stam te vormen, zelfs wanneer zij in vrijstand opgroeien (b.v. de meeste coniferen, Dipterocarpus, Eucalyptus, Gossampinus). Andere doen dit in veel mindere mate en moeten daarvoor in gesloten stand opgroeien, terwijl er ook zijn, die zich ook onder die omstandigheden reeds laag bij de grond sterk vertakken (Lagerstroemia). Soms verdeelt de hoofdstam zich lager of hoger in 2 gelijkwaardige stammen, men spreekt dan van dubbelstammen (laag vertakt) of gevorkte of candelaberstammen (hoog vertakt).

Door de verschillende wijze van vertakking ontstaan cylindrische, kegelvormige, eivormige, bolvormige of schermvormige kronen. De takken kunnen onregelmatig langs de stam verdeeld zijn of m.o.m. in kransen staan. In het laatste geval spreekt men van takkransen en etagebouw in de kroon, waarvan men bij de leeftijdsbepaling van een boom partij kan trekken.

De v. van de takken kan zeer sterk zijn (men krijgt dan een dichte kroon) of veel minder sterk in een open kroon rnct dikke, zware zijtakken (b.v. eik en djati), dan wel zeer gering in welk geval men lange dunne zijtakken, z.g. touwtakken (Duabanga) heeft. De takken kunnen opgericht zijn of m.o.m. neerhangen (treurvormen).

< >