Is de mediaan van een continue kansverdeling xm, dan is de kans op een steekproefuitkomst V groter dan xm, gelijk aan 0,5, en gelijk aan de kans op een uitkomst kleiner dan x . Heeft men b.v. 15 steekproeven en is de vooropgezette veronderstelling (= nulhypothese) dat xm - 35, dan zal het grote verbazing wekken, indien alle uitkomsten > 35 zijn. Men zou de nulhypothese wallen verwerpen.
Om te toetsen of xm — 35 waar kan zijn, bepaalt men een kritiek gebied dat b.v. kan bestaan uit de mogelijkheden: alle uitkomsten zijn > 35; of alle op één na > 35; of alle < 35; of alle op één na < 35. Bij dit kritieke gebied wordt de nulhypothese verworpen, indien de uitkomsten alle < 35 zijn. Men kan ook andere beweringen dan xm 35 toetsen. de aannemelijke beweringen = schattingen over x vormen het betrouwbaarheidsinterval (z. Statistische tabellen).