(libellen) is een orde van roofinsecten met bijtende monddelen en 2 paar vliezige vleugels. Vleugeladering is primitief.
Ogen zeer groot en uitpuilend. Antennen kort, draadvormig. Achterlijf lang en slank. De larven leven in het water, voorn. van andere kleine waterdieren. Hemimetabole ontwikkeling. In Ned. komen 62 soorten voor.
Veie libellen zijn uitstekende vliegers, zodat zij soms op grote afstand van water worden waargenomen. I.h.a. trekken libellen de aandacht door hun heldere, opvallende kleuren, de slanke lichaamsbouw en hun behendige manier van vliegen.De econ. betekenis der libellen is gering. Een enkele maal zouden de larven schade aan visbroed kunnen veroorzaken. Enige jaren geleden werd een merkwaardige beschadiging aan twijgen van vruchtbomen, die in de directe nabijheid van water stonden, veroorzaakt door een soort waarvan het wijfje de eieren in de bast van boomtwijgen deponeert. Sommige kunnen als tussengastheer dienen voor een worm, die bij kippen in de eileider kan voorkomen en dan het leggen van windeieren ten gevolge heeft.
