De c., gewijzigd bij de wet van 17 November 1933, regelt de bevoegdheid tot het treffen van maatregelen ter beperking van de invoer van goederen. Telkens gedurende een tijdvak, vast te stellen door de met de uitvoering van deze wet belaste Minister, kan, indien het landsbelang zulks vordert, de invoer van bepaalde goederen uit ieder land worden verboden.
Zulks voorzover de totale invoer dier goederen een bedrag zou overschrijden, hetwelk in een door de Minister te bepalen verhouding staat tot het bedrag van de invoer aan soortgelijke goederen in voorafgaande jaren.