(gebruikelijker: dekvrucht), gewas, dat vóór of tegelijk met een ander gewas, de ondervrucht, gezaaid wordt, echter sneller opgroeit en eerder geoogst wordt. Xa de oogst krijgt de ondervrucht dan gelegenheid om zich ten volle te ontwikkelen.
Men kent aan de b. wel een beschermende en beschaduwende werking toe, maar in hoofdzaak dient ze om de grond gedurende de eerste groeitijd van een langzaam groeiende ondervrucht productief te maken. Granen worden veel als b. gebruikt voor grassen en klavers en ook voor stoppelwortelen. Erwten kunnen als bovenvrucht dienen voor karwij.