zijn houtsoorten, die een gunstige invloed uitoefenen op de omzetting van het bosstrooisel en die dus bij menging met andere houtsoorten de humificatie bevorderen. Het kunnen zowel hoofdhoutsoorten als verplegende hulphoutsoorten zijn.
In het laatste geval is de bodemverpleging de enige of althans de voornaamstedoelstelling. Zij worden dan weggekapt, zodra zij hinderlijk worden voor de hoofdhoutsoorten. Deze categorie van b. omvat liefst houtsoorten met een groot reproductievermogen, zodat zij na de kap opnieuw tussen de hoofdsoorten kunnen uitstoelen, en aldus haar bodem-verplegende functie kunnen blijven voortzetten, b.v. els, lijsterbes, vogelkers, berk, vuilboom, krentenboompje, vlier enz.