De netto-omzet is binnen de bedrijfsvoering het bedrag dat overblijft nadat alle verkoopkosten van de bruto omzet zijn afgetrokken.
Wanneer een onderneming producten verkoopt, maakt zij hiermee omzet. Dit is het bedrag dat vrijkomt door verkoop van producten. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de bruto-omzet en de netto-omzet. De bruto-omzet is het bedrag dat vrijkomt na de verkoop van producten. Een onderneming maakt bij de verkoop echter ook kosten. Door alle verkoopkosten van de bruto-omzet af te trekken, kan men de netto-omzet berekenen.
Ondernemingen kunnen verschillende verkoopkosten maken. Hierbij kan worden gedacht aan eventuele inkoopprijzen, maar ook eventuele teruggenomen goederen, schadevergoedingen en betalingskortingen. Andere bedrijfskosten vallen niet onder de verkoopkosten, en worden pas na het berekenen van de netto-omzet hiervan afgetrokken om de winst te berekenen.
Stel een onderneming heeft producten verkocht voor een bedrag van 70.000 euro. De bruto-omzet staat gelijk aan de totale verkoop, dus 70.000 euro. De totale inkoopkosten bedroegen 55.000 euro. Overige verkoopkosten waren 5.000 euro. In brede zin waren de verkoopkosten dus 60.000 euro. De onderneming heeft dus een netto-omzet van 10.000 euro.
